Als docent piano aan LUCA – School of Arts, campus Lemmens Leuven, geef ik les aan bachelor- en masterstudenten van 1 september tot 30 juni, en dit twee maal per week.
Elke student is anders en heeft andere behoeftes. Daarom kan ik geen gedetailleerde beschrijving van mijn methode geven. Er zijn echter kenmerken van mijn werkwijze die voor iedereen gelden en die dus kunnen uitgelegd worden. Als je daarover meer wil weten, lees verder.
Doelstelling
Mijn doel is pianisten op te leiden die na hun master in staat zijn om zich verder artistiek te ontwikkelen als zelfstandige uitvoerders.
Om dit doel te bereiken:
-breng ik vaardigheden bij om het instrument te leren beheersen;
-stimuleer ik de ontwikkeling van een creatieve aanpak die steunt op een grondig inzicht in de gespeelde muziekwerken;
-leer ik een efficiënte werkmethode aan;
-dring ik er bij mijn studenten op aan om zelf actief op zoek te gaan naar probleemstellingen die inherent zijn aan de kunst van het uitvoeren, en ze te beantwoorden met een kritische geest en aan de hand van artistiek onderzoek;
-bevorder ik een nieuwsgierige houding die de student zin geeft om nieuwe wegen in te slaan en artistiek onderzoek te doen, zelfs als er zich geen bepaalde probleemstelling voordoet;
-breng ik mijn enthousiasme en passie voor piano en muziek over die de student voor het hele leven te kunnen blijven inspireren, oriënteren en ondersteunen.
Verder ben ik ervan overtuigd dat echte kennis en vaardigheid enkel mogelijk zijn als men ze kan uitleggen aan anderen. Daarom vind ik het belangrijk dat student kunnen verwoorden wat ze geleerd hebben. Zo zijn ze in staat zijn hun ideeën over te brengen aan de verschillende spelers in de muziekwereld en ook op hun beurt dit fantastische muzikale erfgoed over te leveren.
Instrumentbeheersing
De beheersing van een muziekinstrument betekent dat men in staat is precies die klank te produceren die men wil bekomen. Op de piano wordt deze beheersing verworven door het gehoor en de lichaamsspieren simultaan en gecoördineerd te trainen. Het oor moet leren waarnemen hoe verschillende acties op het instrument verschillende klanken produceren. Het lichaam moet juist dat leren doen wat het oor wil horen.
In het algemeen hebben beginnende studenten in het hoger onderwijs een klankenpalet dat nog niet zo gevarieerd is, zowel op vlak van dynamiek als van timbre. Mijn eerste opdracht bestaat er dan ook uit om aan te leren hoe het lichaam op het instrument gebruikt kan worden om het klankenpalet verder uit te breiden. Naarmate de studenten hun klankkleur verrijken, laat ik hen focussen op de klank zelf. Doorheen het lesgeven merkte ik op dat de meeste studenten in het begin een gefragmenteerde luistercapaciteit hebben. Waarschijnlijk verklaart de aard van het instrument mee waarom veel studenten de neiging hebben alleen naar het begin van elke klank te luisteren. Ik tracht mijn studenten deze luistergewoonte af te leren en aandacht te schenken aan de volledige lengte van een klank, van het begin tot het einde. Bovendien is het ook belangrijk klanken met elkaar in verband te brengen, te luisteren naar zowel opeenvolgende als simultane klanken. Op deze manier leren de studenten een opeenvolging van klanken als een lijn te spelen evanls de rijkdom van gelijktijdige klankencombinaties te verkennen.
Tegelijkertijd met deze verruiming van de luistercapaciteit, werk ik ook aan het verfijnen van de lichamelijke aspecten van het pianospel. De aangeleerde bewegingen worden zo subtiel dat ze niet meer los van een zeer aandachtige manier van luisteren kunnen uitgevoerd worden. Dit leerproces gebeurt tijdens het instuderen van het pianorepertoire, waarin alle belangrijke componisten aan bod komen. De volgorde hangt van de specifieke behoeftes van elke student af.
Aan het einde van hun studies, is het de bedoeling dat de studenten een pianotechniek hebben die steunt op het gebruik van natuurlijk gewicht, een spaarzame omgang met bewegingen en een ontspannen lichaam, en die bijdraagt tothet moeiteloos produceren van een uitgebreid klankpalet, qua timbre en dynamiek. Tijdens het spelen blijven ze gefocust op de klank waarbij het lichaam vanzelf de gewenste klank uitvoert.
Doeltreffende studiemethode
De beste raadgevingen zijn nutteloos als de individuele studie tussen twee lessen niet efficiënt is. Om een methode aan te leren, vraag ik af en toe aan mijn studenten hun zelfstudie op te nemen. Daarna analyseren we samen de opnames om alle contraproductieve handelingen aan te wijzen, zoals bijvoorbeeld zinloze herhalingen van een bepaalde passage, concentratieverliezen, een slordige manier van luisteren, slechte gewoontes, enz.
Inzicht in muziekwerken en creativiteit
Voor het uitvoeren van Westerse muziek beschikt de uitvoerder over instructies die de componist in de partituur heeft aangebracht en over de kennis van conventies om die instructies correct uit te voeren. Maar muzieknotatie kan meestal enkel toonhoogte en ritme precies aangevenwat betekent dan er tal van uitvoeringsparameters on- of ondergedetermineerd blijven. Daardoor beschikt de uitvoerder over ruimte voor creativiteit.
Ik beschouw het als mijn opdracht de studenten te helpen om deze creatieve ruimte in elke compositie af te bakenen. Om dit te kunnen, is het belangrijk een diepgaand inzicht te krijgen in de muziek en ook de kennis toe te passen die ze verwerven in andere cursussen (bijv. muziekanalyse, muziekgeschiedenis, enz.). Wanneer die creatieve ruimte duidelijk gemaakt is, help ik de student om een samenhangende, originele, aantrekkelijke en authentieke uitvoering te bekomen.
Kritische geest en artistiek onderzoek
Het bekomen van een diepgaand inzicht in en een originele interpretatie van een muziekwerk is vaak een proces vol obstakels. In veel gevallen geef ik de nodige hulpmiddelen om een probleem om te lossen. Soms wordt de student echter geconfronteerd met een vraagstuk dat zodanig fundamenteel is voor zijn uitvoeringspraktijk dat een kant-en-klare oplossing een gemiste kans is voor de artistieke ontwikkeling. In zo’n geval heeft de ervaring mij geleerd dat de student er alles aan wint zelf aan onderzoekte doen om de relevante informatie te vinden. Tijdens zulke onderzoeksprojecten sta ik de student bij om een kritische geest te ontwikkelen.
Nieuwsgierigheid en artistiek onderzoek
Artistiek onderzoek beperkt zich niet tot het oplossen van vraagstukken. Een nieuwsgierige muzikant heeft de neiging om zich vragen te stellen die leiden tot een onderzoeksbenadering. Ik zie het als mijn taak om de nieuwsgierigheid van de student aan te wakkeren, hun horizon te verbreden, andere muziekgenres, kunsten en culturen te benaderen, en vooral, om linken te leggen met de eigen muziekpraktijk. Zo’n ingesteldheid creëert zin naar meer, en ligt vaak aan de basis van een origineel artistiek parcours dat zich verder kan ontwikkelen zijdens de professionele loopbaan.
Enthousiasme en passie
Het leven van de jonge musicus is de dag van vandaag geen sinecure. Afgestudeerde pianisten worden onmiddellijk geconfronteerd met een gebrek aan werkgelegenheid. Twee essentiële voorwaarden om niet op te geven, zijn enthousiasme en passie voor de piano. Ik vind heel belangrijk deze twee dimensies bij de studenten te versterken. Ik heb daar niet echt een methode voor. Maar ik geef wel zelf les met heel veel enthousiasme en passie en merk dat ze gevoelens besmettelijk kunnen zijn. Ik tracht eveneens de studenten te oriënteren naar een specialisatie die het beste bij hen past (solist, kamermusicus, pianobegeleider, coach voor zangers, artistiek onderzoeker, leerkracht, enz.) en samen met hen dit parcours succesvol uit te stippelen.
Mondelinge vaardigheden
Een uitstekende pianist zijn is misschien geweldig maar lijkt mij niet voldoende. In het professionele leven moeten pianisten voortdurend hun ideeën onder woorden brengen: als kamermusicus of pianobegeleider om efficiënt te repeteren, als solist om projecten aan concertorganisatoren en aan publiek voor te stellen, als leerkracht om kennis aan een nieuwe generatie over te brengen.
Tijdens de les vraag ik herhaaldelijk aan de student het woord te nemen.. Vooral vanaf het tweede studiejaar, sta ik erop dat ze pianistieke en muzikale vraagstukken definiëren en mogelijke oplossingen te bieden, vooral als vergelijkbare problemen al in een ander muziekwerk aangekaart werden. Bovendien vraag ik om muzikale ideeën door middel van adjectieven en vergelijkingen uit te drukken. Ik zorg er ook voor dat mijn uurrooster aan iedere student de mogelijkheid biedt om (gedeeltelijk) de les van een andere student bij te wonen.